Dinsdag 29 november 2005
Als mens bevind je je altijd in een groep. Binnen die groep heb je contacten. Sommige zijn heel intensief, andere wat minder en ook in de tijd verandert er nogal eens het een en ander.
Een ernstige ziekte zoals die van mij verandert de vaste patronen. Ineens vraagt iedereen niet alleen hoe het met me gaat, maar krijgt die vraag ook een andere lading, een andere dimensie.
In het begin wist ik niet goed wat te antwoorden. Enerzijds had ik de neiging uitvoerig op vragen in te gaan, anderzijds wilde ik de vraag niet horen cq er niet over nadenken, er niet op antwoorden.
Achteraf kan ik vaststellen dat het behelpen blijft. Het is iedere keer weer een avontuur om je in grote groepen te begeven. Omdat steeds de vraag hoe het met me gaat dreigt.
Hoe gaat het met me?
Afgelopen zomer had ik drie jaar prostaatkanker. In de afgelopen jaren hebben de artsen in het AVL (Anthony van Leeuwenhoekziekenhuis, speciale kankerkliniek in Amsterdam) deze vorm van kanker bestreden met hormoonkuren. Zoladex is de ene, die via een injectie onder de huid een capsule inbrengt die gedurende drie maanden mijn testosteron tot nul terugbrengt. Casodex is de andere kuur. Die werkt met drie pilletjes per dag en verder vergelijkbaar als Zoladex.
Bij Casodex kreeg ik Tamoxifen om te voorkomen dat ik borsten kreeg.
Ik heb beide kuren gehad en vooral bij Zoladex had ik het idee dat ik een ander mens werd, dat ik mijn identiteit verloor.
Om de drie maanden ging ik ter controle naar het AVL. Ik liet dan bloed prikken. De tumormarker (PSA) zou dan zo laag mogelijk moeten zijn, tussen 0 en 4. Een poos is ie redelijk laag gebleven, mar de laaste controles liep de PSA sterk op, een verdubbeling in drie maanden.
Inmiddels is de PSA bijna 60.
Het was verbazingwekkend hoe fit ik bleef, ook al kon ik een heleboel niet meer.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home