Uit "Priapea"
Gedicht 29
Voor vieze woorden,vuile taal uitslaan,
verdomd, Priapus, daarvoor schaam ik mij.
Maar zie ik jou, god, schaamteloos daar staan,
met blote kloten pronken frank en vrij,
dan zeg ik 'kut' en 'lul', dat gaat spontaan.
Gedicht 38
Ik moet je ronduit zeggen hoe de zaken staan
-ik geef me nu eenmaal al van nature bloot:
ik wil je reet en jij de groente die ik poot.
Ga maar je gang zolang je mj mijn gang laat gaan.
Gedicht 49
Jij die gedichtjes ziet die eigenlijk niet horen
hier op mijn witte scherm- maar geestig zijn ze wel-,
houd op je aan die vieze versjes zo te storen:
mijn lul die fronst zijn voorhoofd niet zo snel.
De eerlijkheid gebiedt om kond te doen van het feit dat bovenstaande drie gedichtjes niet representatief zijn: de meeste zijn een stuk schuiner. Dus voor de liefhebbers onder ons: Pita weet de antiquarische route!
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home