Ik merk steeds meer hoe kort mijn spanningsboog geleidelijk aan is geworden. Wanneer ik puf denk te hebben om iets te doen, dan wel onmiddellijk: tien minuten later kan alles al weer heel anders zijn. Bovendien is vervolgens de vraag wanneer ik weer energie heb om iets te doen. Ik ben voor heel veel zaken steeds meer afhandelijk en merk dat mijn omgeving dat zich niet altijd in de volle omvang realiseert. Dat komt ook omdat ik me uit alle macht verzet tegen mijn aftakeling. En zo wil ik het ook. Maar het is wel een ingebouwde tegenstrijdigheid: net doen of er niks aan de hand is en veel niet of met heel veel moeite kunnen.
Het moet voor de mensen om mij heen heel lastig in te schatten zijn. Ik zou ook niet weten of en hoe het anders kan.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home