Mijn moeder heeft een boek en doosje vol met bidprentjes meegebracht.
Vroeger zaten al die prentjes in het missaal (kerkboek) van mijn moeder. Dat had een bruine leren kaft, was heel dik -zo dik dat ik dacht dat alles er wel in moest staan- en bevatte tientallen bidprentjes. Bidprentjes worden in het katholieke Brabant uitgereikt aan de bezoekers van een uitvaartdienst. Naast stichtelijke teksten, vaak uit de Bijbel, of gedichtjes, bevat zo'n prentje ook een verhaaltje over de zojuist overledene. Wat mij altijd verbaasde was dat de positieve kwaliteiten van de dode breed werden uitgemeten en de negatieve eigenschappen er niet meer leken te zijn.
Zo'n katholieke mis duurde lang voor een kind. Het lezen in het missaal zorgde voor afleiding. Niet alleen stonden de teksten van de mis er in het Latijn in, maar stond ook de vertaling ernaast. Een soort spoedcursus kerklatijn. En daarnaast de bidprentjes. Na verloop van tijd kende ik alle prentjes. En bleef de fantasie over wie nou precies wie was. Een enkel keertje vroeg ik dat aan mijn moeder, maar meestal was het veel leuker om de dode met mijn fantasie in te vullen.
De bedoeling was uiteraard dat je de dode herdacht in je gebed. Dat lukt slecht als je de dode niet kent of wanneer je zelf de dode van een gefantaseerde identiteit hebt voorzien.
En bovendien had ik het vermoeden dat God -die alles weet en ziet- dat toch wel in de gaten zou hebben
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home