peterpeelsvandaag

Vandaag 28 november 2005 ben ik begonnen met mijn dagboek op het internet. Ik kwam op het idee door een stukje vn Wim de Bie in het magazine van de Volkskrant die refereerde aan zijn website "Bieslog". Ik moet er nog eens over denken hoe ik dit precies ga doen, maar vooralsnog lijkt het me heel leuk.

zondag, juni 25, 2006

Ik las in een tijdschrift over een boek "Weldadige weemoed".Een fotoboek van Noud Aartsen uit Best.Ik heb het besteld.
Wat ik uit artikel begreep is dat Noud Aartsen geweldig veel moeite had met het verdwijnen van het landschap van zijn jeugd. Alles werd opgeofferd aan doelmatigheid.
De rijkdom van de arme Brabantse zandgronden werd niet herkend laat staan onderkend.
Zijn wapen om dit aan de kaak te stellen was zijn fotoestel. Op die manier hield hij de mensen een spiegel voor.
Als klein jongetje heb ik genoten van de ruilverkaveling van Geenhoven, het gehucht waar ik geboren ben bij Valkenswaard. Met name de draglines -grote graafmachines- konden rekenen op mijn onverholen enthousiasme. Ik vond het fantastisch om zo'n machinist met uiterste precisie zijn machine te zien besturen. Dat wilde ik later ook worden. Het verlies aan romantisch landschap, de plekken waar ik stekelbaarsjes en salamanders ving, de eeuwenoude sfeer, de Brink, de hoeves en de kroeg; het ging wat aan mij voorbij als klein kind.
Het vervult me met nostalgie om te weten dat van dit oude cultuurlandschap niets meer rest behalve een paar lindes voor het nieuwe Chinese retaurant.
Als jongetje dacht ik dat de grote kersenboom in de boomgaard van mijn opa iets onaantastbaars had. Die zouden ze niet weg krijgen. Wat schetst mijn verbijstering toen de shovel -een graafmachne- met een klein duwtje mijn kersenboom omverduwde.
Ik was op slag een illusie armer.
Overal in de gemeente Valkenswaard waren ongebruikte stukjes land. Woeste grond, waarvoor de Heidemij was opgericht om die te ontginnen. In gebruik nemen dus.
Tegenwoordig zijn alle stukjes grond in gebruik. Zelfs woeste grond is in gebruik als natuurgebied.
Ik was altijd op pad in die `woeste natuur´. Ik genoot van de rust, de ruimte en de
mateloze afwisseling. Voor mij was deze woeste grond niet ongebruikt en onbruikbaar maar van grote waarde. En die waarde is gaandeweg mijn leven alleen maar groter geworden.
Ik snap niet dat niet alle mensen met groot respect kijken naar en omgaan met die natuur. Het lijkt erop alsof veel mensen de natuur geobjectiveerd hebben. Gereduceerd tot een ding. Er geen intrinsieke waarde in herkennen.
In mijn leven tot nu toe is al het levende steeds meer voor mij gaan leven. Ik weet er meer van, ik geniet er meer van, ik neem het levende beter waar, al mijn zin